Bier & Trein

boten, cider & wijn

Bier en baksteengothiek

Posted by Treinjan op 20/06/2018

Noordduitsland en nog een festival, 8-18 juni [Interrail globaal 10, deel 1]

Vrijdagmorgen naar Amsterdam Centraal om daar de IC richting Berlijn te nemen. Het is grijs en zo nu en dan regent het, maar ik zit prima en we arriveren vrijwel op tijd in Osnabrück Hbf, waar het aanmerkelijk warmer is. De aansluitende IC laat even op zich wachten, eerst moet die van een uur ervoor nog langskomen! Uiteindelijk arriveer ik een kwartiertje te laat in Bremen, mijn verblijfplaats voor de eerste paar dagen. Bremen is het kleinste Land in de Bondsrepubliek Duitsland en het enige dat uit twee delen bestaat, beide havensteden. Ik doe eerst wat boodschappen in en bij het station, ga dan met de bus naar het appartement dat ik gehuurd heb. Nog meer boodschappen in een nabije supermarkt, vervolgens met de tram naar het centrum. Na wat rondkijken avondeten bij feldmann’s Bierhaus (jawel, met een kleine f) met daarbij een glas Haake-Beck Kräusen, kruidig-hoppig en goed passend bij de visfilet in mosterdsaus. Haake was een van de grotere Bremer brouwerijen, fuseerde begin jaren 80 met Beck. Het Merk Haake-Beck is vooral voor Bremen en omgeving, Beck’s is voor daarbuiten. Dan nog een wandeling langs de Weserkade met ondermeer een blik op die grootste brouwerij van de stad, eigendom van het grootste brouwerijconcern van deze planeet.

Zaterdagmorgen verse broodjes halen en een stevig ontbijt. Aan het eind van de ochtend, als het alweer knap warm aan het worden is, met de tram naar de Freie Brau Union, een jonge huisbrouwerij (2015) in de gebouwen van de oorspronkelijke Union Brauerei (1907, in 1965 overgenomen door Haake). Een hapje eten en een proefplankje met vijf bieren: Kellerpils, Hanseat 2.0 (een amberkleurig Dunkel), Pale ale, Rotbier en Porter, in glaasjes van 0,1 liter. Er zijn verder nog een Weizen én een witbier te verkrijgen, alsmede proefbrouwsels uit de kleine Pilot-Anlage. Met de tram weer terug naar het centrum, even rondkijken en dan gauw wat verkoeling zoeken in de Markthalle Acht, een verzameling kleine eet- en drinkgelegenheden, enigzins vergelijkbaar met de Feniks Food Factory in Rotterdam-Katendrecht. Hier is ook de Ausschank van de Bremer Braumanufaktur, een brouwerijhuurder die zijn bieren verkoopt onder de naam Hopfenfänger, van deze brouwer proef ik -alweer- een Kellerpils en een Rotbier. Na een rustpauze ga ik aan het begin van de avond wederom met de tram door de binnenstad naar het oosten van de stad, naar Two Beers, een bar die de Ausschank vormt van Grebhans Brauwerk Bremen. Gelukkig staan er meer dan twee bieren op de kaart, waaronder ook gastbieren. Ik proef van Grebhans een Gruitbier en een wat zwaarder Rotbier, met daarbij kaas en brood. Ook hier kun je trouwens een Kellerpils krijgen, dat en Rotbier zijn blijkbaar standaardbieren in Bremen.
Zondag wat uitslapen, dan een uitgebreid ontbijt met de ramen wijdopen, het is buiten lekker afgekoeld mede dankzij de regen. Halverwege de ochtend bij nog steeds lichte regenval met de tram naar het centrum om wat meer touristische dingen te doen, zij het wel op mijn manier. Allereerst een rondleiding door het stadhuis, dan naar het station en met de Regio S-bahn naar Bremen-Farge, waar ik geniet van koffie met iets erbij. Dan een stukje terug naar Bremen-Vegesack waar het station vlakbij de hier zeer brede Weser is. Bij het rondkijken zoek ik regelmatig de schaduw op, het is weer behoorlijk warm en de zon schijnt zo nu en dan fel. Terug in het centrum ga ik nog de twee kerken bekijken die aan weerszijden van het stadhuis staan. De dom gewijd aan Petrus (Sankt Petri) is donker maar indrukwekkend, de veel kleinere Onze lieve vrouwe kerk is eenvoudig maar heeft twee bijzonderheden, van buiten: twee totaal verschillende torens en van binnen: heel fraaie gebrandschilderde ramen. Daarna even heen en weer naar mijn woning, ondermeer om mijn jas weer aan de kapstok te hangen, voorlopig blijft het weer even droog. Terug naar de Altstadt voor een vroege avondmaaltijd bij Schüttinger, de oudste huisbrouwerij van Bremen (1990). Ook hier staat de visfilet in mosterdsaus met gebakken aardappelen op het menu, maar heel anders klaargemaakt dan twee dagen geleden. Erbij de twee bieren van het huis, een behoorlijk hoppige Helles en een zeer doordrinkbare (en tamelijk licht gekleurde) Dunkel. Daarna nog een wandeling door de Schnoor, het oudste deel van de stad.
Maandag per trein via Hamburg-Harburg naar het stadje Stade. De enige brouwerij van de stad is in de Ratskeller, dus makkelijk te vinden. Na inspectie van de brouwinstallatie eet ik op het terras achter het raadhuis een hapje met daarbij twee van de drie hier gebrouwen bieren. Dan de twee oude kerken bezocht, de Ss. Cosmae et Damiani (met een terecht beroemd orgel) en de St Wilhadi, dan terug naar het station en door naar Cuxhaven en daar rondkijken bij de haven, gevolgd door een vismaaltijd met daarbij voor de verandering een verfrissende ijsthee. Na thuiskomst nog een fles bier, Dolden Dark van het Riedenburger Brauhaus, een zware portervan 6,9%, vol van smaak maar toch gevaarlijk doordrinkbaar.

Dinsdag is weer reisdag, reisdoel vandaag is een andere Hanzestad, namelijk Rostock in de deelstaat Mecklenburg-Vorpommern. De reis gaat via Hamburg en Lübeck, twee andere en niet onbelangrijke leden van de Hanze, Lübeck was de stichter van dit stedenverbond. Daarbij viel de beoogde trein tussen Hamburg en Lübeck uit, zodat ik een uur later dan gepland bij mijn tweede appartement van deze reis arriveerde. Het gebouw ligt wat afgelegen, maar S-bahn en tram stoppen vlakbij en rijden zeer frequent, ik doe dan ook nog even boodschappen met de trein! Na de tamelijk overvloedige warme maaltijden van de voorgaande dagen doe ik het vandaag even rustig aan, ik eet een broodmaaltijd met thee (wel Ostfriesenmischung!), later op de avond dan nog een glaasjes elbler [flut], cider van 5% uit Nedersaksen/Hamburg, er is ook elbler [ebbe], die bevat 2,5% alcohol; de namen worden bewust zonder hoofdletters geschreven.
De woensdag begint nat en nevelig. Uitgebreid ontbeten, onderbroken door luid getoeter van een op goed 50 meter van mijn raam rangerende lokomotief, ik kijk uit op een haventerrein waar ondermeer veel hout wordt overgeslagen. Dan met de tram naar het centrum voor een bezoek aan de Tourist Information en wat boodschappen, onderbroken door Kaffee mit Kuchen. Lunch in mijn appartement, daarna weer terug naar de Tourist Info voor een stadsrondleiding. Tijdens deze zeer interessante maar wel lange rondwandeling breekt de zon door zodat ik na afloop mijn voeten wat rust kan gunnen op een bankje. Avondeten bij Forsthausbrauerei Trotzenburg, een klassieke Gasthausbrauerei met Helles (“Platzhirsch”), Dunkles (“Wildsau”) en Weizen op de kaart, plus Märzen en twee bockbieren. Dat de laatste twee seizoensbieren zijn verbaast me niet, wel dat de Märzen dat ook is met het argument “die hebben we alleen in maart” (sic!). De Platzhirsch en Wildsau blinken vooral uit in doordrinkbaarheid. Daarna al vroeg terug naar mijn woning, daar met de benen omhoog ondermeer dit verslag bijwerken onder het genot van koffie met een stroopwafel (van de Hema, jawel!) en later nog een glaasje cider.
Donderdag nog een bezoek aan de Marienkirche om deze nader te bekijken en wat documentatie aan te schaffen. Daarna koffie en vervolgens naar de Hanseatische Brauerei Rostock, kort Rostocker, voor een rondleiding. Deze is voor mij vooral interessant vanwege haar geschiedenis. Nadat de schade van WO II net zo’n beetje hersteld was werd de brouwinstallatie als herstelbetaling afgevoerd naar de USSR, maar al snel werd er opnieuw gebrouwen tot in 1967 een grote brand de brouwerij grotendeels in de as legde. Toen mocht zowaar een nieuwe installatie in de Bondsrepubliek aangekocht worden zodat de brouwerij zich enige tijd erop kon beroemen een van de modernste van Europa te zijn. Het logo van de brouwerij bevat de griffioen uit het stadswapen, misschien was een feniks toepasselijker geweest. De brouwerij maakt nu deel uit van de Radeberger Gruppe (Oetker). Na een vegetarische en alcoholvrije lunch ga ik nog twee andere kerken en hun omgeving bekijken. De St. Petri valt van buiten vooral op door de zeer hoge torenspits, van binnen is de kerk eenvoudig en zeer licht met enkele fraaie gebrandschilderde ramen. Er is een lift die je tegen een kleine vergoeding naar een uitzichtplatform net onder het begin van de spits brengt. De derde kerk, St. Nikolai, is niet meer als kerk in gebruik, er zijn ondermeer een aantal woningen in gemaakt en dat ziet er best bizonder uit. Met de tram naar het station, met de S-bahn naar mijn tijdelijk verblijf en een uurtje later door naar Warnemünde aan de Ostsee. Een drukke haven en een badplaats tegelijk. Ik beklim de oude vuurtoren en constateer dat de spits van de St. Petri in Rostock inderdaad nog goed te zien is en in de tijd dat Warnemünde niet meer was dan een vissersdorpje dus bruikbaar was als baken voor de scheepvaart. Na een vismaaltijd in een restaurant aan de oude haven terug naar Rostock.
Vrijdag wat vroeger naar het centraal station om de trein naar Stralsund te nemen, daar overstappen naar Greifswald, beide Hanzesteden. In Greifswald koffie met iets erbij en dan rondkijken.Twee grote kerken, de Marienkirche staat in de steigers en is momenteel niet toegankelijk, de Dom St. Nikolai is zeer fraai met de opvallende toren maar is van binnen ook wel toe aan wat restauratiewerk. Dan terug naar Stralsund, op het station een broodje en iets te drinken kopen en met de volgende trein het eiland Rügen op tot het dorp Rambin. Hier is de Insel Brauerei gevestigd, met winkel en proeflokaal. Je kunt vrij rondkijken bij het brouwhuis en tegen een kleine vergoeding vier bieren uit het ruime assortiment proeven, met deskundige toelichting. Met een enkel flesje in de tas terug naar Stralsund, waar ik mijn tas zolang in een kluisje doe en alleen het noodzakelijke meeneem op een volgende stadswandeling. Aan de Neue Markt staat de plaatselijke Marienkirche, aan de Alter Markt de St. Nikolai en het stadhuis. De St.Jacobikirche is van buiten ook indrukwekkend, van binnen minder, moet een tentoonstellingsruimte worden. Terug naar Rostock, nog enkele boodschappen en thuis een eenvoudige maaltijd.

Zaterdag is de volgende reisdag, via Berlijn en Keulen naar Troisdorf. Schuin tegenover het hotel aldaar is het Stadt Bierhaus, dat eigen bieren laat brouwen, een heldere Troilsch en een ongefilterde variant, plus pils en Weizen. Ik proef de eerste twee bij een uitgebreide maaltijd en ga daarna op tijd naar bed. Zondag niet te laat opstaan en tegen half tien naar Keulen. Wat rondgewandeld en op tijd naar het Brauhaus Reisdorff voo een stevige middagmaaltijd met daarbij natuurlijk hun Kölsch, die van het vat uitstekend drinkbaar blijkt te zijn. Daarna naar het Festival der Bierkulturen, daar tref ik meerdere bekenden (verslag). Na afloop ga ik direct terug naar Troisdorf, dat kan meermaals per uur zonder overstap. Daar nog een hapje eten in het Bierhaus, met nog een speciaal zomerbier, Hausmann’s Kräusen. Maandagochtend dan nog een goed ontbijt, inpakken en afrekenen en met de S-Bahn naar Keulen en vandaar voor de afwisseling met een ICE naar Brussel, dat kost met Interrail niets extra. Op Brussel-Zuid wat etenswaren ingeslagen en dan met de Beneluxtrein via stations Noorderkempen en Breda naar Rotterdam, daarvandaan is het nog een halfuurtje naar Leiden.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.